De fiets als motor op de kortere afstand: van achterblijvers in het peloton tot koplopers

Ons mobiliteitssysteem voor de korte afstand loopt tegen de grenzen aan door problemen met luchtkwaliteit, ruimtegebruik, oneerlijke beprijzing en een trage elektrificatie. Daarom is een mobiliteitstransitie nodig waarbij de (e-)fiets de motor wordt voor afstanden tot 15 kilometer. Dit stelt en concludeert de tiende notitie van het Laboratorium Verantwoorde Mobiliteit.

Voor het stimuleren van de fiets en het fietsgebruik op afstanden tot 15 kilometer worden in deze notitie drie aanbevelingen gedaan op basis van een studie naar wie er fietsen, waar mensen fietsen en waarom. Deze aanbevelingen zijn: Maak het mogelijk dat achterblijvers een inhaalslag maken, zoek synergie tussen fietsinfrastructuur en woningbouw en ontmoedig autorijden.

Achterblijvers
Er zijn op dit moment nog veel achterblijvers in fietsgebruik. Dit zijn bepaalde doelgroepen, zoals mensen met een migratieachtergrond en laagopgeleiden, maar ook regio’s zoals Zuid-Limburg en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. En er zijn achterblijvers in fietsvervoersbehoeftes zoals in het woon-werkverkeer. Voor al deze achterblijvers moeten er gerichte en passende oplossingen komen, waardoor zij een inhaalslag kunnen maken.

Fietsinfrastructuur
Er is nog veel te verbeteren op het gebied van infrastructuur. Dit moet zowel op een actieve manier worden aangepakt met directe actie, maar ook bij herinrichting. Belangrijk is dat overal maatwerk wordt ingezet en de infrastructuur zich aanpast naar de omgeving, waardoor er synergie met de omgeving ontstaat. Zo kan het actief promoten van fietsinfrastructuur ook bijdragen aan de woningbouwopgave.

Autorijden ontmoedigen
Naast maatregelen om de fiets te stimuleren moeten er ook stevige maatregelen komen om autorijden te ontmoedigen. Immers, alleen dan kan een mobiliteitstransitie worden ingezet. Op het gebied van infrastructuur betekent dit dat auto’s minder ruimte zullen krijgen, vooral in de stad. Ook werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers alleen hun auto’s gebruiken als dit ook echt nodig is. Dit kunnen ze doen door parkeerplaatsen te schrappen of een mobiliteitsbudget in te stellen. Verder moet ook de beprijzing van fossiele brandstoffen eerlijker worden.

Over de auteur(s):

Huub Siebelt
Huub studeert planologie in Amsterdam en werkt bij vervoersregio Amsterdam. Hij heeft voor zijn Bachelor Scriptie onderzoek gedaan naar fietsculturen, wat een basis vormt voor deze notitie.

Downloads (PDF):

Meer artikelen zoals deze