Woningbouw en mobiliteit hebben elkaar nodig

De actuele en urgentie woningbouwopgave bedraagt tot en met 2030 meer dan 100.000 nieuwe woningen per jaar. De huishoudens die hier gaan wonen hebben ieder voor zich een mobiliteitsbehoefte. Wil je deze onafwendbare, nieuwe mobiliteit ook nog eens in lijn houden met het behalen van klimaatdoelen, dan vereisen deze woning- en mobiliteitsopgaven een uitermate slimme visie op de ruimtelijke inrichting. In deze nieuwe notitie van het Laboratorium Verantwoorde Mobiliteit bekijken we wat deze woningopgave doet met de mobiliteit en hoe beide elkaar duurzaam kunnen versterken.

Complex

Het woningtekort is een complex probleem dat verschillende oorzaken heeft, waaronder bevolkingsgroei, een tekort aan bouwgrond, stikstofregelingen, bureaucratische procedures en een gebrek aan investeringen in de bouwsector. Een gevolg is onder meer dat de vraag naar sociale huurwoningen veel groter is dan het aanbod. Ook de krapte op de koopmarkt is opvallend en leidt tot intense concurrentie en overbieden. Overheid en andere belanghebbenden ontwikkelen beleid en maatregelen om de woningmarkt weer in balans te brengen.

Relatie woningbouw en mobiliteit

Kijkend naar de relatie tussen de woningbouwopgave en de mobiliteit moeten we twee situaties onderscheiden: de locatiekeuze en de inrichting van de nieuwe woongebieden. De locatiekeuze is sterk verweven met de ruimtelijke visie. Helaas is in de afgelopen decennia een visierijke ruimtelijke
ordening nagenoeg opgeheven. Bij de inrichting gaat het erom dat de wijken zo worden ontworpen dat ze een bijdrage gaan leveren aan de transitie naar verantwoorde mobiliteit. Een nauwe samenwerking tussen stedelijke planners, beleidsmakers en ontwikkelaars is hier van vitaal belang om innovatieve
beleidsmaatregelen te ontwikkelen en te implementeren die zowel het woningtekort als de mobiliteitsuitdagingen in Nederlandse steden effectief aanpakken.

Vier gereedschappen

We komen in deze studie tot vier beschikbare gereedschappen om duurzame en verantwoorde mobiliteit in de (nieuwe) gebouwde omgeving te bewerkstelligen.

Politieke invloed

Het eerste gereedschap is politieke invloed, waarbij beleidsmaatregelen en regelgeving de interactie tussen mobiliteit en de gebouwde omgeving beïnvloeden.

Het stedelijk ontwerp

Binnen het domein stedelijk ontwerp worden meerdere strategieën bestudeerd die een aanzienlijke invloed hebben op de verplaatsingen van huishoudens binnen de gebouwde omgeving. Als eerste is dat compacte stadsplanning; denk hierbij aan het idee van de 15-minutenstad. De tweede is hetpolycentrisch stedelijk ontwerp, waarbij steden bestaan uit meerdere centra van economische activiteit en gemeenschappen. Een derde is transit-oriented development (TOD), waarbij stedelijke ontwikkeling wordt gericht rondom openbaar vervoersknooppunten. De vierde is een in te stellen
parkeernorm in de nieuwbouwlocaties. De laatste is sustainable urban mobility planning. SUMP is gericht op het ontwikkelen van geïntegreerde mobiliteitsplannen die duurzame vervoerswijzen bevorderen en de nadruk leggen op efficiëntie en milieuvriendelijkheid.

De rol van technologie

Het volgende gereedschap is technologische ontwikkeling; denk aan intelligente transportsystemen. Deze ontwikkeling heeft effect op de manier waarop mensen zich verplaatsen en hoe de benodigde infrastructuur zich fysiek manifesteert in ruimtelijk ontwerp.

Gedrag en cultuur

Bij dit vierde gereedschap staat centraal hoe psychologische en socio-culturele factoren de keuze voor vervoerswijzen en woningvoorkeuren beïnvloeden, en hoe deze aspecten op hun beurt de vormgeving van steden en mobiliteit veranderen.

Concluderend moet de woningbouwopgave fungeren als stapsteen om ook de mobiliteitstransitie verder te brengen. De geleerde lessen uit het verleden moeten nu geëffectueerd worden. Er bestaan tal van mogelijkheden om duurzame mobiliteit te stimuleren via het ontwerp van de gebouwde
omgeving, dus laten we daar voor de woningbouwopgave dan ook gebruik van maken. Daar is wederzijds overleg en participatie voor nodig. Mobiliteitsontwerp moet vanuit het gedachtegoed van de doelgroep komen, hun wensen en toekomstige ontwikkelingen meegenomen en terug te vinden in de te bouwen wijken. Samenvattend komen we tot acht aanbevelingen.

Aanbevelingen

1. De driehoek woningbouw, mobiliteit en ruimtelijke ordening is essentieel. Mobiliteit helpt woningbouw met een goede en verantwoorde verkeersafwikkeling voor de nieuwe woongebieden. Door woningbouw kan het gehele aanbod van mobiliteitsvoorzieningen op een hoger peil komen.
Cruciaal om deze kansen te verzilveren is een visierijke ruimtelijke ordening en de rol van het ontwerp.

2. Essentiëler nog dan de locatiekeuze is het inbedden van woningbouw en mobiliteit in een bredere ruimtelijke visie. Hoe kan ruimte ontstaan voor een veel groter aandeel fiets en OV en deelmobiliteit in het scala aan vervoersmiddelen?

3. De meest verstandige aanpak uit oogpunt van realiseren van de mobiliteitstransitie lijkt het aansluiten van grotere nieuwe wijken op bestaande netwerken van hoogwaardig regionaal openbaar vervoer te zijn.

4. De fout om pas OV te realiseren en te financieren nadat de woningen zijn opgeleverd mag nooit meer gemaakt worden.

5. Autoluwe gebieden worden een kernelement, zowel voor de personenauto, als voor het goederenverkeer, waarvoor lage emissiezones moeten worden uitgewerkt en ontworpen. Het ontbreekt nu aan (betaalbare) mogelijkheden qua woningkeuze voor mensen die willen kiezen voor
een andere levensstijl.

6. Kies voor een parkeernorm waarin al geanticipeerd wordt op te bereiken resultaten voor de mobiliteitstransitie. Kies waar nodig voor clustering van parkeren.

7. Wijken moeten gebouwd worden om in te leven. Dat vereist een inrichting van de openbare verkeersruimte met minder ruimte voor de auto en de vrachtauto en meer voor de langzamer transportmiddelen.

8. Het ontwerp van de gebouwde omgeving is een cruciale factor in het bevorderen van de duurzame mobiliteitstransitie. Een bottom-up benadering vanuit zowel gemeenschaps- als ontwerpgericht perspectief is hierbij van essentieel belang.

9. Door richtlijnen op te nemen in het woningbouwbeleid, wordt duurzame mobiliteit een integraal onderdeel van nieuwe stedelijke ontwikkelingen.

10. De overheid kan als facilitator fungeren door ontwikkelaars, bedrijven en gemeenschappen bijeen te brengen om gezamenlijk oplossingen te ontwerpen en implementeren. Een Woontop kan hierbij helpen.

Over de auteur(s):

LVM Team

Downloads (PDF):

Meer artikelen zoals deze